Een werknemer kan ontslag nemen maar hij verliest daarmee aanspraak op WW, omdat hij dan ‘verwijtbaar’ werkeloos is geworden. De werkgever kan aan de werknemer vragen te vertrekken, maar ontneemt deze dan een groot deel van zijn beschermende voorzieningen.
Beiden moeten vanwege de sociale verzekeringswetgeving aan veel eisen voldoen voor ze – voor de werknemer – veilig afscheid van elkaar kunnen nemen. Komen partijen in een conflict tot de conclusie, dat ze onder voorwaarden verder willen en kunnen, dan vinden ze samen wel de weg in de wetten en regels. Komen ze tot de conclusie, dat ze uit elkaar zouden moeten en dat ook wel willen, dan spelen de meeste belemmeringen zich af op het terrein van de WW.
Om een WW-aanvraag gehonoreerd te krijgen geldt als zwaar criterium, dat men niet zelf de schade dient te hebben veroorzaakt. Alleen niet-verwijtbare werkloosheid is verzekerd. Niet-verwijtbare werkloosheid kan een aantal oorzaken hebben, zoals:
- Ziekte;
- Reorganisatie;
- Sluiting van het bedrijf;
- Ontbinding zonder een verwijtbare oorzaak door werknemer.
De WW wordt niet verstrekt als er sprake is van een dringende reden, zoals diefstal en bedreiging. Zelf ontslag nemen blijft verwijtbaar.