Werkgever en arbeidsconflict
Werknemer heeft last van zijn rug. De huisarts vraagt naar zijn werk: hij is vrachtwagenchauffeur. De huisarts raadt aan de rug te ontzien en de werknemer meldt zich ziek. Werkgever belt de bedrijfsarts met de mededeling dat hij werknemer wantrouwt: hij vervoert auto’s en daarbij hoeft er niet te worden getild. Waarschijnlijk is er iets anders aan de hand: er was vorige week een functioneringsgesprek, dat werknemer niet zo beviel. De bedrijfsarts bekijkt de rug oppervlakkig en verklaart de man geschikt om te werken. Werknemer protesteert en vraagt het UWV om een Deskundigen Oordeel. Daar blijkt uit dat er met de rug iets acuut mis is en dat dit is gebaat bij een paar dagen rust en intensieve behandeling. Uit nader onderzoek van de werkplek door de arbeidsdeskundige blijkt, dat de chauffeur in een sterk gebogen houding op een smalle richel de auto’s moet vastsjorren.

Met name dit onderdeel van zijn werk was te zwaar, want het sturen ging wel. De bedrijfsarts had zich dit totaal niet gerealiseerd en er ook niet naar gevraagd. Werknemer zou medisch gezien wel kunnen werken, maar alleen als er vaak van houding kon worden gewisseld (zitten, staan en lopen naar eigen keuze) en er geen kracht uitgeoefend moest worden bij het tillen en dragen. In dit bedrijf kon dat alleen door op de administratie hand- en spandiensten te verrichten. Werknemer wilde dat wel, maar had geen enkele ervaring en dus weinig zicht op het werk. Werkgever legde dat uit als werkweigering en zette het salaris meteen stop. Werknemer eiste bij de kantonrechter loondoorbetaling en dat werd toegewezen.

Aanpak van de mediator
In een mediation komen de feiten in een eerder stadium op tafel en als werkgever kon begrijpen dat werknemer van goede wil was, zou een cursus ‘administratieve ondersteuning’ als een oplossing zijn gezien. Wel een investering, maar uiteindelijk één die zichzelf zou terugverdienen.